|
|
Landschappen zijn voortdurend in verandering. Deze veranderingen laten sporen achter, sporen uit voorbije tijden. Sinds de laatste ijstijd, enige duizenden jaren geleden, heeft de Waddenzee grote invloed gehad op het landschap. Fluctuaties van de zeespiegel en de getijden hebben gezorgd voor een open, wadden- en zeekleilandschap. De mens is er vervolgens in geslaagd om hier een bestaan op te bouwen. Door een bijzonder samenspel tussen mens en natuur ontstond langs de Waddenzee een uniek gebied. De vroegere ontginning, latere bewoning en gebruik zie je terug in het landschap. Het gaat om de geschiedenis van onze voorouders, en van ver daarvoor. De sporen hebben grote waarde voorde toekomst. Als wij zorgvuldig omgaan met deze betekenisvolle sporen biedt de Waddenzeeregio vele kansen voor een duurzame ontwikkeling. |
Het project Lancewadplan loopt van 2005 tot 2007 en wordt financieel mogelijk gemaakt door een bijdrage uit Interreg IIIB, het Noordzeeprogramma van de EU. Het project richt zich op de toepassing van kennis en inzicht in de opgaven van inrichting en gebruik van de ruimte. Doelen
Een visie en strategie |
|
|
Waardevolle sporen Tussen1999 tot 2001 zijn de belangrijkste cultuurhistorische en landschappelijke kenmerken van de Waddenzeeregio in kaart gebracht. Dit is gedaan door het project Lancewad, wat staat voor Landscape en Cultureel Erfgoed van de Waddenzeeregio. Vele voorbeelden van wierden en terpen, sluizen, dijken, molens, vuurtorens, kanalen zijn de symbolen van het samenspel tussen mens en natuur en tussen water en land. Sporen in een ‘leesbaar landschap’ als de karakteristieke lijnen in een geliefd gezicht. Zorgvuldig omgaan met deze waardevolle sporen draagt bij aan de ontwikkeling van een levend landschap, zowel economisch, sociaal-cultureel als historisch. Enkele principes In de Ministersconferentie over de Waddenzee, in Esbjerg in 2001, werden de volgende principes onderschreven:
|
We hebben antwoorden nodig op vragen als: Hoe beïnvloeden de hervormingen in de landbouw binnen de EU ons cultuurlandschap? Hoe kunnen we onze dorpen levend houden en tegelijkertijd het erfgoed benutten voor aanvullende inkomsten? Wat willen we bereiken over 15 tot 20 jaar en welke strategie hoort daarbij?
Doorwerking in planning |
|